Ik ben een voorstander van een systematische aanpak waarbij je een voor een dingen uitsluit. CO2 kun je meten en binnen een bereik brengen dat niet teveel en niet te weinig is. Dat zelfde geldt voor de NO3, PO4, en de micros. Veel planten hebben voeding in de bodem nodig. Dat kun je denk ik niet zomaar overdoseren. Een of twee kleibollen en misschien kabouterpillen bij elke plant doet al veel. Dan kun je die ook afstrepen.
Daarna houd je alleen nog licht over als factor. Je kunt per plant uitzoeken wat ze nodig hebben. Maar vaak wordt gesproken over weinig, normaal, veel. Voor een leek is het moeilijk te doorgronden wanneer iets veel is. Daar zul je dan toch een beetje mee moeten spelen. Als je planten hebt gekozen die duidelijk verschillende lichtsterktes vragen dan heb je een uitdaging. Je moet dan ook met de plaatsing van de planten gaan spelen. Dichter bij of verder weg van de lamp. Of in de schaduw van een andere plant. Van sommige soorten zul je misschien afscheid moeten nemen omdat ze niet met de rest samengaan.
Je kunt op een bepaalde lichtsterkte beginnen en dan goed naar je planten kijken. Te weinig licht, dan blijft de groei achter en verliezen ze blaadjes aan de onderkant. Teveel licht, dan ga je algen zien aan de blaadjes die het dichtst bij het licht zitten.
Houd er rekening mee dat je planten zullen moeten wennen aan nieuwe omstandigheden. Ga dus niet te snel wijzigingen aanbrengen, maar neem een paar weken de tijd om het effect goed te kunnen beoordelen.
