Laetacara curviceps - wie is wat?


A

Aramis

Guest
Hoi,

Heb een 'koppel' uitgezocht vorige week. Ze gaan vreedzaam met elkaar om en met de andere bewoners. Ze trekken wel steeds minder vaak samen op. In het begin waren ze schuw, maar dat is al geheel voorbij. Had ik niet verwacht na alle stukjes die ik heb gelezen. Daar worden ze toch wel als een redelijk schuwe vis gekenmerkt. En ze zitten veel lager dan ik had verwacht. Heel veel rond de bodem. Terwijl ik veel heb gelezen dat ze rond de moddenzone bivakkeren. Maar dat kan nog veranderen.

Nu ga ik toch steeds meer twijfelen of het een koppel is. Iemand die op basis van onderstaande foto's iets over het geslacht kan zeggen?

YBt2q9azVttRCE4NJXqmN18I17e95Rzn.jpeg


YBt2q9azVttRCE4NJXqmN18I17e95Rzn.jpeg


YBt2q9azVttRCE4NJXqmN18I17e95Rzn.jpeg


YBt2q9azVttRCE4NJXqmN18I17e95Rzn.jpeg


Alvast mijn dank.
 
Leuke vissen. Het klopt dat ze in de onderlagen van het aquarium zitten, maar net wat joger dan bijv. Apistogramma s. Ik kan je niet helpen met het geslacht maar al hebben ze verschillend geslacht, dan is het nog niet meteen een koppel...

Wat dat betreft net als mensen, eeg kieskeurig, zo'n relatie moet groeien :D
 
Ik heb er ook 3 gehad en 1 was duidelijk groter en een man en van de andere 2 wist ik het ook niet zeker. Ik durf het hier nu ook niet te zeggen dus.
 
als ze vreedzaam blijven, is de kans groot dat ze verschillend van geslacht zijn.
 
@Tom zei:
als ze vreedzaam blijven, is de kans groot dat ze verschillend van geslacht zijn.
Bij veel vissen blijven 2 mannen ook gewoon vreedzaam. Zoals deze Laetacara curviceps, maar ook sleutelgatcichiden, Diamantgoeramie's en zo kan ik nog wel even doorgaan.
 
Inderdaad. 2 mannen van niet solitaire soorten zonder bijzijn van vrouwen hebben geen enkele aanleiding tot knokken.
 
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.
 
Gertbl zei:
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.

dit
 
Gertbl zei:
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.
Wat zijn dan de verschillen? Ze worden zelfs door elkaar verkocht en gekruist naar het schijnt. Dus ik benieuwd naar de verschillen die er moeten zijn.

Toen ik ooit deze soort ging kopen. Zag ik dat in de verkoop bakken diverse tweetalle zich afzonderden. Een stel laten vangen en het was een heel goed koppel die vaak eitjes hadden.
 
Een dorsigera heeft volgens mij meer rode tinten, en een donkerdere tekening dan de curviceps welke meer blauwgroen is, en geen echte donkere vlakken bezit.
Echter omdat ze zo nauw verwant zijn, is het geslacht bij beiden aan de rugvin te zien, en hierdoor kan men de soorten qua rugvin vergelijken om het geslacht te bepalen, en klopt de link weer wel.
 
udomritthiruj zei:
Een dorsigera heeft volgens mij meer rode tinten, en een donkerdere tekening dan de curviceps welke meer blauwgroen is, en geen echte donkere vlakken bezit.
Kleur is allesbehalve een immer betrouwbare indicator bij veel cichlidensoorten, zo ook bij deze twee.

Uit de herbeschrijving van L. curviceps:

Laetacara curviceps is similar to both L. dorsigera and L. araguaiae in general appearance and body shape and comparative small size. It is distinguished from its congeners, except for L. dorsigera, by having a dark spot on dorsal fi n above trunk bar 5. Laetacara curviceops differs from L. dorsigera by having a deeper head, a longer pelvic-fi n spine and no conspicuous red belly in breeding specimens.

Slechts een opmerking over kleur bij breeding specimens. Wat hier niet het geval is.
 
udomritthiruj zei:
Echter omdat ze zo nauw verwant zijn, is het geslacht bij beiden aan de rugvin te zien, en hierdoor kan men de soorten qua rugvin vergelijken om het geslacht te bepalen, en klopt de link weer wel.
Deze zin is wat cryptisch. Kun je uitleggen / herformuleren wat je wilde zeggen?
 
Nu begin ik langzaam in verwarring te raken. Desalniettemin super hoor, deze verdiepende reacties. Niemand heeft het nog expliciet gezegd, maar begin nu naast het geslacht zelfs aan de soort te twijfelen ;) Buiten kijf staat dat t prachtige vissen zijn die graag poseren. Als ik helemaal zeker ben van geer en goor en de soort ga ik binnenkort eens kijken of ik goor kan omruilen voor Miranda ;)

Overigens las ik op het topic uit de link van meksjoef iets over een witte rand op de dorsale vin en blauw vlekken als kenmerk voor de curviceps. Lijken bij deze 'heren' wel aanwezig.

ZprOZJwax_BS2mm6lTAWEEmiGrRB4YP-.jpeg
 
de soort klopt denk ik wel de dorsigera heeft een wat stompere kop volgens mij en het lijken in de laatste foto'toch een man en vrouw maar ik ben niet zeker daarvoor zouden we toch wat meer scherpe foto's van de vissen moeten zien liefst van dichtbij en goed de zijkant
 
Ik ga nog een poging wagen met een ander toestel. Maar moet eerst met serieuze zaken aan de slag. Begrafenis :(

Overigens wat betreft gedrag is het nog geen koppel in ieder geval. De zetten vooral bij voer de vinnen nogal op en de mooiere jaagt de andere dan weg.
 
Botia zei:
Gertbl zei:
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.
Wat zijn dan de verschillen? Ze worden zelfs door elkaar verkocht en gekruist naar het schijnt. Dus ik benieuwd naar de verschillen die er moeten zijn.

Toen ik ooit deze soort ging kopen. Zag ik dat in de verkoop bakken diverse tweetalle zich afzonderden. Een stel laten vangen en het was een heel goed koppel die vaak eitjes hadden.

Laetacara dorsigera krijgt een donkere paarse tekening wat zowel bij het vrouwtje als het mannetje aanwezig is. Bij de Laetacara curviceps heeft juist weer een groen/blauwige tekening.

Hier in het filmpje zie je de Laetacara curviceps in het wild in de Rio Tapajos gebied.
Je ziet ze gelijk in het begin van het filmpje.

http://youtu.be/sPglG5ymwHo
 
Gertbl zei:
Botia zei:
Gertbl zei:
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.
Wat zijn dan de verschillen? Ze worden zelfs door elkaar verkocht en gekruist naar het schijnt. Dus ik benieuwd naar de verschillen die er moeten zijn.

Toen ik ooit deze soort ging kopen. Zag ik dat in de verkoop bakken diverse tweetalle zich afzonderden. Een stel laten vangen en het was een heel goed koppel die vaak eitjes hadden.

Laetacara dorsigera krijgt een donkere paarse tekening wat zowel bij het vrouwtje als het mannetje aanwezig is. Bij de Laetacara curviceps heeft juist weer een groen/blauwige tekening.

Hier in het filmpje zie je de Laetacara curviceps in het wild in de Rio Tapajos gebied.
Je ziet ze gelijk in het begin van het filmpje.

http://youtu.be/sPglG5ymwHo

Erg mooi filmpje! Ook leuk om die Corydoras zo te zien grondelen.
 
Ja! Erg bedankt voor het filmpje. Nu ben ik toch wel behoorlijk zeker dat ik die ook heb :)

Hier nog wat foto's met een andere camera gemaakt.

Vrouw?
5CaOT284jTFDu76CGsYhMf60O1R5u8Ru.jpeg


Man!
5CaOT284jTFDu76CGsYhMf60O1R5u8Ru.jpeg


Samen
5CaOT284jTFDu76CGsYhMf60O1R5u8Ru.jpeg
 
Gertbl zei:
Botia zei:
Gertbl zei:
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.
Wat zijn dan de verschillen? Ze worden zelfs door elkaar verkocht en gekruist naar het schijnt. Dus ik benieuwd naar de verschillen die er moeten zijn.

Toen ik ooit deze soort ging kopen. Zag ik dat in de verkoop bakken diverse tweetalle zich afzonderden. Een stel laten vangen en het was een heel goed koppel die vaak eitjes hadden.

Laetacara dorsigera krijgt een donkere paarse tekening wat zowel bij het vrouwtje als het mannetje aanwezig is. Bij de Laetacara curviceps heeft juist weer een groen/blauwige tekening.

Hier in het filmpje zie je de Laetacara curviceps in het wild in de Rio Tapajos gebied.
Je ziet ze gelijk in het begin van het filmpje.

http://youtu.be/sPglG5ymwHo

Ik heb geen verstand van Laetacara, maar ben je daar zeker van Gert?

Mike Wise schrijft namelijk het volgende,

I wish it were that simple. L. dorsigera has several color morphs, including a black morph with no maroon color - and a blue morph (maybe a separate species?) that appears much like L. curviceps. I tend to look as body shape and barring on the caudal peduncle when trying to decide which species is which.

These species are polychromatic. Color is not the best diagnostic feature. One is better off using body shape and black body markings. L. dorsigera and L. curviceps were re-described recently (last year?). I will try to find the reference. The authors primarily used preserved specimens, so color wasn't an important diagnostic feature.

value of color varies with the genus or species being studied. For polychromatic species, color is not especially useful. For species that are not polychromatic, it can be a useful tool. Don't expect changes in descriptions anytime soon. Most species are still described from specimens preserved on site. Sure color photos can be taken, but how accurate are the colors when the fish are stressed from just being collected? Most competent taxonomists will not describe a species from fish that have been brought back alive. Too many physical changes occur once they are kept for any time in an aquarium. I personally think that the lack of a suitable sample size is more of a problem with the description of a species than color. Too many species have been described from a statistically insignificant number of specimens. Besides, ichthyologists are not really interested in describing species for the sake of describing a new species. They more interested in comparing their fish with reference specimens collected years ago that have no color at all.
 
Je mag (moet, kan) niet vergeten dat het ook veelvuldig voorkomt dat bepaalde 'grove vormen' niet zomaar aanwezig zijn, maar ontstaan naarmate de dieren ouder worden.
Ook bij veel cichliden komt dit voor (denk aan de Cyphotilapia en (Gymno)Geophagus die hun voorhoofdsbult pas later ontikkelen en dan ook nog eens (moegelijk/waarschijnlijk) onder invloed van de rang in een groep) en zo'n dorsigera wordt ook niet als vierkantig geboren maar dat ontwikkelt zich.
Wie weet zit je wel appels met peren te vergelijken, jouw (nog) jonge(re) exemplaren met de dieren van MsFelix.
Niet elk dier wordt geboren als miniatuurtje van zijn ouders.
 
Wat info van the cichlid room,

Diagnosis: Laetacara curviceps differs from L. thayeri, L. flavilabris and L. fulvipinnis by attaining a smaller size (< 50mm SL vs. > 70mm SL), presence of a somewhat ocellated blotch above midlateral blotch in the spiny dorsal fin (vs. absent in L. fulvipinnis and some L. flavilabris, present as wide, unocellated prolongation of vertical bar 6 to fin margin in L. thayeri, onto fin base in some L. flavilabris), absence of narrow, vertical oblique abdominal streaks (vs. present) and by having dorsal and anal fin not scaly (vs. dorsal fin weakly scaly at base in large specimens of L. fulvipinnis and L. flavilabris, soft anal and dorsal fins scaly in L. thayeri larger than at least 20mm SL). It is further distinguished from L. fulvipinnis by a distinctly spotted caudal fin (vs. unspotted), and from L. flavilabris by a lower dorsal fin count (usually XIV-XV.8-9 vs. XVI.10) and fewer vertebrae (24 vs. 26).

Laetacara curviceps differs from L. araguaiae by presence of a dorsal fin blotch (vs. absent), longitudinal band anteriorly continuous towards eye (vs. continuous towards opercle, confluent with a vertical bar at anterior margin of opercle, postorbital part somewhat separated and turned upwards), absence of narrow horizontal abdominal stripes (vs. present) and by narrow, sometimes interrupted vertical bar at entire caudal fin base (vs. a vertical-oval blotch at middle of caudal fin base).

Laetacara curviceps differs from L. dorsiger by being having a shallower head (head depth 84.6�88.9 % of HL vs. 90.2�96.3 % of HL), a longer pelvic fin spine (pelvic fin spine length 15.5�19.7 % of SL vs. 11.7�15.4 % of SL), fewer teeth along posterior margin of lower pharyngeal bone (19�20 vs. 21�24), slightly more E1 scales (22-24 vs. 20-23), longitudinal band usually continued behind lateral blotch (vs. ending in lateral blotch), dorsal blotch surrounded by an indefinite iridescent bluish-green area (vs. dorsal blotch surrounded by small iridescent dots or a narrow, well defined ring), a well-marked purple or red posterior margin of the upper lobe of caudal (vs. entire caudal edged with dark purple or red) and by throat, chest and belly being never red in breeding fish (vs. red in some populations of L. dorsiger)

Laetacara curviceps differs from L. flamannellus by a generally blue to bluish-green coloration in the spiny part of dorsal fin, somewhat intensified around dorsal blotch (vs. a bright yellow band along entire dorsal fin, intensified to a vaguely defined orange-yellow ring around dorsal blotch) and by a higher degree of ctenoidity of opercular and dorsal body scales (compiled from Kullander 1986, Staeck & Schindler 2007, Ottoni & Costa 2009, Ottoni & al. 2009, 2012, and personal observations).

Succes :p ;)
 
Dank hoor voor je genuanceerde reactie Mascha&Ivo :) ik ben nog maar aan het ontginnen. En besef me dat ik totaal niet weet hoe oud de vissen van MsFelix en de vissen uit de link zijn. Die lijken ook meer gedrongen. Als je wilt weten wat je in huis hebt trek je misschien wel te snel een conclusie ;)
 
meksjoef zei:
Wat info van the cichlid room,

Diagnosis: Laetacara curviceps differs from L. thayeri, L. flavilabris and L. fulvipinnis by attaining a smaller size (< 50mm SL vs. > 70mm SL), presence of a somewhat ocellated blotch above midlateral blotch in the spiny dorsal fin (vs. absent in L. fulvipinnis and some L. flavilabris, present as wide, unocellated prolongation of vertical bar 6 to fin margin in L. thayeri, onto fin base in some L. flavilabris), absence of narrow, vertical oblique abdominal streaks (vs. present) and by having dorsal and anal fin not scaly (vs. dorsal fin weakly scaly at base in large specimens of L. fulvipinnis and L. flavilabris, soft anal and dorsal fins scaly in L. thayeri larger than at least 20mm SL). It is further distinguished from L. fulvipinnis by a distinctly spotted caudal fin (vs. unspotted), and from L. flavilabris by a lower dorsal fin count (usually XIV-XV.8-9 vs. XVI.10) and fewer vertebrae (24 vs. 26).

Laetacara curviceps differs from L. araguaiae by presence of a dorsal fin blotch (vs. absent), longitudinal band anteriorly continuous towards eye (vs. continuous towards opercle, confluent with a vertical bar at anterior margin of opercle, postorbital part somewhat separated and turned upwards), absence of narrow horizontal abdominal stripes (vs. present) and by narrow, sometimes interrupted vertical bar at entire caudal fin base (vs. a vertical-oval blotch at middle of caudal fin base).

Laetacara curviceps differs from L. dorsiger by being having a shallower head (head depth 84.6�88.9 % of HL vs. 90.2�96.3 % of HL), a longer pelvic fin spine (pelvic fin spine length 15.5�19.7 % of SL vs. 11.7�15.4 % of SL), fewer teeth along posterior margin of lower pharyngeal bone (19�20 vs. 21�24), slightly more E1 scales (22-24 vs. 20-23), longitudinal band usually continued behind lateral blotch (vs. ending in lateral blotch), dorsal blotch surrounded by an indefinite iridescent bluish-green area (vs. dorsal blotch surrounded by small iridescent dots or a narrow, well defined ring), a well-marked purple or red posterior margin of the upper lobe of caudal (vs. entire caudal edged with dark purple or red) and by throat, chest and belly being never red in breeding fish (vs. red in some populations of L. dorsiger)

Laetacara curviceps differs from L. flamannellus by a generally blue to bluish-green coloration in the spiny part of dorsal fin, somewhat intensified around dorsal blotch (vs. a bright yellow band along entire dorsal fin, intensified to a vaguely defined orange-yellow ring around dorsal blotch) and by a higher degree of ctenoidity of opercular and dorsal body scales (compiled from Kullander 1986, Staeck & Schindler 2007, Ottoni & Costa 2009, Ottoni & al. 2009, 2012, and personal observations).

Succes :p ;)

Oef.. Daar moet ik echt even voor gaan zitten ;)
 
meksjoef zei:
Gertbl zei:
Botia zei:
Gertbl zei:
Sorry maar de soort in de link is een Laetacara dorsigera, en geen curviceps.

Bij Laetacara is het verstandig om juist te kiezen voor een klein groepje om mee te beginnen. Daar laat je dan een koppel uit vormen. Zomaar een man en een vrouw bij elkaar plaatsen betekend niet gelijk dat ze een koppel vormen.
Wat zijn dan de verschillen? Ze worden zelfs door elkaar verkocht en gekruist naar het schijnt. Dus ik benieuwd naar de verschillen die er moeten zijn.

Toen ik ooit deze soort ging kopen. Zag ik dat in de verkoop bakken diverse tweetalle zich afzonderden. Een stel laten vangen en het was een heel goed koppel die vaak eitjes hadden.

Laetacara dorsigera krijgt een donkere paarse tekening wat zowel bij het vrouwtje als het mannetje aanwezig is. Bij de Laetacara curviceps heeft juist weer een groen/blauwige tekening.

Hier in het filmpje zie je de Laetacara curviceps in het wild in de Rio Tapajos gebied.
Je ziet ze gelijk in het begin van het filmpje.

http://youtu.be/sPglG5ymwHo

Ik heb geen verstand van Laetacara, maar ben je daar zeker van Gert?

Mike Wise schrijft namelijk het volgende,

I wish it were that simple. L. dorsigera has several color morphs, including a black morph with no maroon color - and a blue morph (maybe a separate species?) that appears much like L. curviceps. I tend to look as body shape and barring on the caudal peduncle when trying to decide which species is which.

These species are polychromatic. Color is not the best diagnostic feature. One is better off using body shape and black body markings. L. dorsigera and L. curviceps were re-described recently (last year?). I will try to find the reference. The authors primarily used preserved specimens, so color wasn't an important diagnostic feature.

value of color varies with the genus or species being studied. For polychromatic species, color is not especially useful. For species that are not polychromatic, it can be a useful tool. Don't expect changes in descriptions anytime soon. Most species are still described from specimens preserved on site. Sure color photos can be taken, but how accurate are the colors when the fish are stressed from just being collected? Most competent taxonomists will not describe a species from fish that have been brought back alive. Too many physical changes occur once they are kept for any time in an aquarium. I personally think that the lack of a suitable sample size is more of a problem with the description of a species than color. Too many species have been described from a statistically insignificant number of specimens. Besides, ichthyologists are not really interested in describing species for the sake of describing a new species. They more interested in comparing their fish with reference specimens collected years ago that have no color at all.

Mike schrijft over idd meerdere kleurvarianten van de dorsigera, welke inderdaad kunnen verschillen. Echter geloof ik niet dat wij hier in NL van de dorsigera de andere varianten gaan tegenkomen in de handel. Wat Mike idd in het andere stukje noemt, is idd dat de dorsigera een iets andere bouw heeft. Maar het verschil tussen de curviceps en de dorsigera is eigenlijk best wel snel te zien, althans mijn mening. Als je dan over de andere soorten Laetacara gaat kijken, dan word het idd lastiger.
 
Maar dan nog heb jij het over paars in de dorsigera, waar de wetenschappelijke (her)beschrijving van de curviceps duidelijk aangeeft dat dit een broedkleur is, met andere woorden: niet altijd zichtbaar.

Dus dan toch de vraag: is het volgens jou ook altijd meteen duidelijk?
 
Ik heb de (her)beschrijving van de curviceps bekeken en snap goed dat er paars tijdens het broedkleur naar voren kan komen. Toch is het een andere patroon van paars in de lichaam, dan die van de dorsigera. Moet wel zeggen dat ik de foto's in de herbeschrijving wel erg qua contrast aangepast vind.

http://www.senckenberg.de/files/content ... ottoni.pdf
 
Als ik dat zo lees kun je dus het beste kijken naar de dorsal vin,

1. Caudal fin without basal spot (KULLANDER, 1986: plate XXXIV 2 and 3), ctenoid scales on sides of head. ................................................... L. thayeri
1a. Caudal fin with basal spot and cycloid scales on sides of head. .................................................... 2 2. No dark spot on dorsal fin above trunk bar 5. .. 3 2a. Dark spot on dorsal fin above trunk bar 5. ....... 5
3. With less than 15 scales in upper lateral line. ........................................................ L. araguaiae 3a. With 15 or more scales in upper lateral line. .... 4 4. Presence of a dark dot at the edge of each scale on the midlateral portion of the flank (Staeck & Schindler, 2007: fig. 5). ................ L. fulvipinnis 4a. Absence of a dark dot at the edge of each scale on the midlateral portion of the flank (STAECK & SCHINDLER, 2007). .......................... L. flavilabris
5. 9�10 dorsal-fin rays, 21�22 scales in longitudinal series, breeding males and females with conspic- uous red cheeks, gill covers and belly.
......................................................... L. dorsigera 5a. 8�9 dorsal-fin rays, 22�24 scales in longitudinal series, no conspicuous red belly in breeding spec- imens. .............................................. L. curviceps
 
En hier de beschrijving van L. araguaiae met herbeschrijving van L. dorsigera:
http://www.senckenberg.de/files/content ... sta_03.pdf

Geen paars te bekennen in de beschrijving van de kleur in levende dieren.
De identification key in dit artikel komt overeen met de key zoals in het artikel met herbeschrijving van de L. curviceps.

Het lijkt er meer en meer op dat het paars toch echt geen 'diagnostic feature' is, behoudens dan bij exemplaren in de broedfase om L. dosigera en L. curviceps te kunnen onderscheiden van elkaar.
Want, het wordt nog leuker: L. fulvipinnis heeft in de broedfase ook een uitgesproken paarskleuring, voornamelijk in de regio rond keel, wangen en richting buikvinnen.
 

Terug
Bovenaan