Wij proberen met zo min mogelijk apparatuur (alleen filter, licht, thermostaat en (bio-)co2) onze bakken te draaien.
Via waterwissels kunnen we zorgen dat er voldoende mineralen in ons water blijven, o.a. ook voor de slakken en de garnalen (kh+gh zakt anders, waardoor de ph minder stabiel wordt).
Ook voorkomen we ermee dat bacteriën zich sterk kunnen vermenigvuldigen, dus minder kans op ziekten.
De metingen zijn voor ons een algemene controle hoe alles ervoor staat, of de processen die we nodig hebben nog goed functioneren.
En in tijden dat het stabiel lijkt te zijn checken we wat minder. En uiteraard checken we ook visueel.
Maar we hebben gemerkt dat we door te testen soms bepaalde dingen eerder merken, waardoor we ook eerder kunnen ingrijpen. Een voorbeeld hiervan kan bijvoorbeeld zijn dat wij de staat van de bak o.a. controleren aan de hand van de kleur van het water. Maar wanneer je catapabladeren in je water hebt, ben je dat visuele controlemiddel kwijt.
Wij wachten liever niet tot onze vissen plat liggen. Ieder het zijne, maar wij proberen zelf liever zieke en dode vissen als indicatie voor onze waterwaarden te vermijden.
En dan nog, je zal toch weten hoe blij de vissen worden van waterwissels een genot om naar te kijken.