Super interessant, de samenstellers van mijn studieboek zijn duidelijk geen experts op dit gebied. Nooit geweten dat het om het gonopodium ging. Volgens de samenstellers van de cursus wijst een groot scrotum bij primaten op een grote promiscuiteit. Zijn levendbarenden met een groot gonopodium ook actiever? Kun je aan het uiterlijk van een mannetje een grotere productiviteit aflezen?
Er valt idd wel iets te stellen over een man met een lang gonopodium t.o.v. mannen met een kort gonopodium. Mannen met een lang gonopodium doen praktisch niet aan een balts. Omdat ze hun gonopodium zonder problemen gericht kunnen krijgen richting de geslachtsopening van de vrouw. Omdat ze praktisch geen balts kennen, is het uiteinde van een lang gonopodium glad. Mannen met een kort gonopodium, kennen veelal 1 of meer haken aan het uiteinde van het gonopodium. Dit om een betere grip te kunnen krijgen op het korte contact met de geslachtsopening van de vrouw. vanwege hun korte gonopodium, hebben dit soort mannen wel een balts. Dit is om dichter bij het vrouwtje te kunnen komen. En dan is het richten van het gonopodium ook nog eens een kunst. Daarom hebben ze 1 of meer haakjes opdat ze bij elke poging tot paren grip kunnen krijgen.
Ik wil hierbij niet stellen dat mannetjes met een lang gonopodium actiever zijn. Doch ze hebben enkel minder moeite om te gaan paren dan mannetjes met een kort gonopodium.
Dan wil ik nog even stellen dat ondanks dat de bevruchting inwendig plaatsvindt, dat het gonopodium totaal niet in de geslachtsopening van het vrouwtje wordt gebracht. Doch enkel aan de voorzijde van de geslachtsopening. Het zaad wordt dan in delen aangezogen door het vrouwtje. En die delen van het zaad wordt in de plooien van de eileider opgeslagen. En als het vrouwtje besluit dat haar eitjes bevrucht kunnen worden, dan wordt 1 of meer willekeurige plooien geopend. Als zo'n vrouwtje met meerdere mannetjes heeft gepaard, dan kan zo'n batch uit jongen bestaan van verschillende vaders. Dus nogmaals, de eitjes worden in zo'n geval door willekeurige zaadpakketjes bevrucht. Het is dus niet zo dat er geldt: First in, first out.... Ik lees het wel eens dat men stelt dat het vrouwtje eerst de oudere zaadpakketjes gebruikt. Dat is klare onzin.
Elk gonopodium van elke eierlevendbarende tandkarper species verschilt in structuur. Het is niet zozeer dat bepaalde soorten niet met elkaar kunnen kruisen vanwege een ander genus. Het is meer bepalend of de vorm van het gonopodium compatibel is of compatibel genoeg is met de geslachtsopening van een vrouwtje. Dat is meer bepalend dan dat ze uit hetzelfde genus moeten komen. Of het nazaat van zo'n hybridisering erbij gebaat is, is een tweede.
Weet ook dat het vrouwtje ten allen tijde zelf beslist of ze een man toelaat om met haar te paren of niet. Ook al is het een dagtaak geworden voor de man om te kunnen paren. Zolang zij hem niet toelaat, gebeurt er ook niets.
Er zijn overigens binnen de eierlevendbarenden meerdere genussen die verwijzen naar het gonopodium van de man. Een goed voorbeeld hiervan is bijv. het genus Xenophallus.
Ik refereer expliciet naar eierlevendbarenden (ovovivipaar). Want echte levendbarende tandkarper zijn weer vivipaar waarbij de man geen gonopodium bezit maar een andropodium. En bij vivipare tandkarpers is er geen sprake van zaadopslag bij vrouwtjes. Die dienen dan ook ten allen tijde een nieuwe paring te moeten ondergaan om tot een zwangerschap te kunnen komen. Bij vivipare tandkarpers is de zwangerschap enigszins te vergelijken met die van zoogdieren.